Het is volstrekt onduidelijk hoe iemand uit Eibergen (gemeente Berkelland en derhalve provincie Gelderland) op de Overijsselse lijst komt te staan. Het kan, om met Willem Frederiks te spreken, moedwil of misverstand zijn.
In reactie op een verzoek om duidelijkheid reageerde woordvoerder Van Donk van commissaris des konings Heidema eerder deze week niet, vandaag laat hij weten dat er ‘geen leden in Provinciale Staten van Overijssel (zijn) gekozen die niet woonachtig zijn in de provincie’.
Dat klopt, maar wat nu als GroenLinks voor het eerst in de Overijsselse historie van de partij tot het college toetreedt en lijsttrekker Molema, tot vorig jaar wethouder te Oldenzaal, gedeputeerde wordt – wie volgt haar dan op in de fractie?

Nijhuis is als nummer zes op de lijst de eerste kandidaat, maar hij woont in Eibergen en dat ligt buiten Overijssel. Dan zou nummer zeven, kandidaat Bouma uit Geerdijk, worden geïnstalleerd. En zou Twenterand drie statenleden krijgen naast Veltmeijer van de PVV en nieuwkomer Blekkenhorst van het CDA.

Overigens heeft Bouma ook meer stemmen gekregen dan Nijhuis, al zit er nou ook weer geen wereld van verschil tussen: 287 tegen 210.

Bovendien is er dan ook tenminste één statenlid dat alles weet van processen en procedures ter zake de schade aan opstallen bezijden het Overijssels Kanaal. Hij heeft zich als adviseur/expert verdiept in de relatie tussen verzakkende huizen en scheurende muren enerzijds en het verdiepen en verbreden van het kanaal Almelo-De Haandrik anderzijds. De provincie Overijssel draagt bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de problemen, maar voorshands blijft dat beperkt tot onderzoeken, vergaderingen en rapporten. Bouma weet van de hoed en de rand en staat bewoners bij.

Er is sprake van 62 schades in en aan aan huizen in Geerdijk en ook verderop richting Vroomshoop en Daarlerveen, maar ook de andere kant op in de richting Beerzerveld en Bergentheim. In het uiterste geval moeten huizen en/of andere opstallen worden afgebroken.