Bij een corona-uitbraak in bijvoorbeeld een kantoorpand, kan de burgemeester, als een beheerder van die locatie een sluitingsadvies niet opvolgt, straks de tijdelijke sluiting bevelen.
Er is sprake van een uitbraak als:
* minstens drie personen besmet zijn geraakt die met elkaar in verband kunnen worden gebracht
* een specifieke locatie de meest waarschijnlijke besmettingsbron is
* er aanwijzingen zijn dat het overdragen van het virus op andere mensen nog gaande is op die plaats
Sluiting van een locatie of een gedeelte ervan, geldt maximaal tien dagen. De sluiting is alleen aan de orde als minder ingrijpende middelen niet volstaan. Woningen, religieuze en levensbeschouwelijke gebouwen, en een aantal andere gebouwen zijn expliciet uitgezonderd.
Om deze bevoegdheid voor de burgemeesters te regelen wordt een artikel toegevoegd aan de Wet publieke gezondheid, in het hoofdstuk met tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de coronapandemie. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van de ministers De Jonge, Grapperhaus en Ollongren.
Bron: Rijksoverheid